2 Chronicles 13:2

1) Michaja,

Boven, 2 Kron. 11:20 genoemd Ma„cha.

2Ch 11.20

2) Uriel,

Deze was ook Absalom genaamd, boven, 2 Kron. 11:20; zie aldaar de aantekening; en onderscheid dezen Uri‰l van een anderen van denzelfden naam, die een Leviet was; 1 Kron. 15:11.

2Ch 11.20 1Ch 15.11

3) Gibea;

Verscheidene steden hebben dezen naam gehad, en dat van de hoogte der plaats, waarop zij gebouwd waren, [want Gibea, Hebreeuws, Gibbah, betekent een heuvel]; maar hier menen enigen dat gesproken wordt van Gibea in Benjamin; van hetwelk zie Richt. 20:4,5,10,20.

Jud 20.4,5,10,20

2 Chronicles 14:1

1) tien jaren stil.

Versta dit van de eerste jaren der regering van dezen koning, in welke hij van de heidense volken met vrede gelaten is geweest, hoewel tussen hem en Baesa, den koning Isra‰ls, vijandschap was, die wel van wederzijden uitvallen mocht veroorzaken, maar niet in een geregelden oorlog uitgebroken is. Zie onder, 2 Kron. 14:6, en vergelijk de aantekening 1 Kon. 15:16.

2Ch 14.6 1Ki 15.16
Copyright information for DutKant