2 Chronicles 24:11

25) hij de kist,

Namelijk, de overpriester Jojada.

26) inbracht,

Te weten, uit de plaats waar zij gestaan had in een der kamers, die aan den tempel stonden, om aldaar het geld uit te nemen, in buidels te binden en te tellen. Vergelijk 2 Kon. 12:10, en de aantekening.

2Ki 12.10

27) de bestelde

Dat is, die van den overpriester tot dit werk gelast waren. In deze plaats wordt de overpriester zelf gemeld, 2 Kon. 12:10, want men wordt gezegd te doen wat men door een ander doet. Zie Gen. 40:22.

2Ki 12.10 Ge 40.22

28) haar plaats;

Zie van deze boven, 2 Kron. 24:8.

2Ch 24.8

29) van dag tot dag,

Of, dag op dag; dat is, zo wanneer de kist vol was.

Nehemiah 12:7

Copyright information for DutKant