2 Chronicles 25:7

12) man Gods

Dat is, een profeet. Zie Richt. 13:6.

Jud 13.6

13) is niet met Isra‰l,

Te weten, omdat zij van den Heere tot de afgoden geweken waren.

14) kinderen van Efraim.

Versta door dezen Isra‰l, gelijk voorgaat; dat is, de tien stammen, welke zo genaamd worden, omdat Efra‹m wel de voornaamste van die stammen was, en Jerobeam hun eerste koning uit den stam van Efra‹m afkomstig; alzo Efra‹m voor Isra‰l, Jes. 17:3, en Jes. 28:1, enz.

Isa 17.3 28.1
Copyright information for DutKant