2 Chronicles 29:34

58) te weinig,

Te weten, om al die offeranden te bereiden, dat is, te slachten, de huid af te trekken, in stukken te delen. Hetwelk eigenlijk was het werk der priesters, Lev. 1:5,6, hoewel daarin gebruikt mocht worden de dienst der Levieten, die den priesters tot hulp bijgevoegd waren.

Le 1.5,6

59) hielpen

Hebreeuws, sterkten.

60) geheiligd hadden;

Zie boven, 2 Kron. 29:5.

2Ch 29.5

61) rechter van hart,

Zie Ps. 7:11.

Ps 7.10

2 Chronicles 30:3

8) te dierzelfder tijd,

Te weten, als zij bezig waren met den tempel te reinigen; welke tijd de ordinaire tijd was om het pasen te houden.

9) omdat de priesteren

Twee oorzaken worden hier nog bij gesteld, om welke het pasen op den ordinairen tijd niet had kunnen gehouden zijn: I. omdat de priesters zelf in den tijd van de reiniging des tempels niet allen geheiligd, of de geheiligde niet ten volle geheiligd waren; II. omdat het volk alstoen van alle plaatsen, boven, 2 Kron. 30:1 vermeld, nog niet verzameld was.

2Ch 30.1
Copyright information for DutKant