2 Chronicles 34:4

8) voor zijn aangezicht

Dat is, door zijn bevel, in zijn tegenwoordigheid daar hij het aanzag.

9) Baals;

Zie Richt. 2:11.

Jud 2.11

10) zonnebeelden,

Zie van deze Lev. 26:30.

Le 26.30

11) dezelve waren,

Te weten, altaren, over welke zij omhoog waren gesteld.

12) bossen ook,

Dat is, beelden van het bos; alzo 2 Kron. 34:7.

2Ch 34.7

13) strooide

Zie 2 Kron. 23:6.

2Ch 23.6
Copyright information for DutKant