2 Chronicles 5:11

17) heilige

Zie 1 Kon. 8:10.

1Ki 8.10

18) hadden zich geheiligd,

Dat is, hadden zich naar de ordinantie der wet gereinigd en bereid tegen deze plechtige handeling van het inwijden des tempels, hetwelk geschied was door gebeden, vasten, wasschint der klederen, onthouding van huwelijksgemeenschap. Vergelijk Gen. 35:2, en zie de aantekening; idem Exod. 19:10, en de aantekening.

Ge 35.2 Ex 19.10

19) verdelingen

Versta, de onderscheiding der beurten, die de priesters in het bedienen huns ambts onderhouden moesten, achtervolgens de orde van David gesteld, 1 Kron. 24. Deze konden zij nu niet volgen in dit extraordinaire werk, waaraan zij allen moesten bezig zijn.

Copyright information for DutKant