2 Chronicles 6:41

42) tot Uw rust,

Dat is, tot de plaats, in welke Gij voorgenomen hebt te rusten en stil te blijven, en niet meer vervoerd te worden met den tabernakel, van de ene plaats in de andere, gelijk geschied was in de woestijn, als de Isra‰lieten hun legerplaatsen veranderden. Dit is menselijkerwijze van God gesproken, ten aanzien van de ark, boven welke God zich openbaarde. Zie 2 Sam. 7:6; Ps. 132:8.

2Sa 7.6 Ps 132.8

43) Uwer kracht;

Alzo Ps. 132:8. Dat is, bij welke Gij uw antwoord gewoonlijk geeft van uw genade en hulp, die Gij krachtiglijk aan uw volk bewijst.

Ps 132.8

44) heil

Dat is, met uw gunst, zegen en weldadigheid bewaard en versierd zijn, als met een kleding; alzo Ps. 132:16. Het tegendeel is, bekleed te worden met schande; in dezelfde plaats, 2 Kron. 6:18.

Ps 132.16 2Ch 6.18

45) gunstgenoten

Of, godvruchtigen. Het Hebreeuwse woord is Gode toegeschreven en den mensen; Gode toegeschreven zijnde, betekent het de goedgunstige, goedertierene, of weldadige, gelijk Ps. 145:17; Jer. 3:12. Den vromen mensen wordt het toege‰igend, omdat zij goeddoen, of omdat hun wordt goedgedaan van God. Naar den eersten zin kan men het overzetten heiligen, goedertierenen, weldadigen, godvruchtigen, naar den tweeden, gunstgenoten, gelijk hier.

Ps 145.17 Jer 3.12

46) over het goede

Te weten, dat Gij hun bewijst.

Matthew 5:44-45

54) geweld doen

Anders, lasteren; gelijk hetzelfde woord ook genomen wordt 1 Petr. 3:16.

1Pe 3.16
55) zijn uws Vaders,

Dat is, mag blijken dat gij het zijt.

1 John 4:11

42) z¢ lief heeft gehad,

Dat is, met zulk een grote, uitnemende, onverdiende en onuitsprekelijke liefde.

43) schuldig

Dat is, het is niet alleen betamelijk dat wij het voorbeeld van God als Zijn kinderen hierin navolgen; maar wij zijn daardoor, alsmede door Gods bevel, verplicht om zulks te doen.

44) elkander lief te hebben.

Dat is, niet alleen God, die de mensen zo uitnemend heeft liefgehad, maar ook wij mensen elkander om Zijnentwil.

Copyright information for DutKant