2 Corinthians 3:3

7) en door onzen dienst

Gr. door ons bediend geworden.

8) met inkt,

Namelijk gelijk men andere brieven pleegt te schrijven.

9) des levenden Gods,

Dat is, die niet alleen zelf het leven heeft, maar ook hetzelve mededeelt degenen, in wie Hij door Zijnen Geest werkt en Zijne wetten inschrijft; Jer. 31:33; Hebr. 8:10.

Jer 31.33 Heb 8.10

10) in stenen tafelen,

Paulus ziet hier op het schrijven der wet Gods in de twee tafelen des verbonds, Exod. 24:12, welk uiterlijk inschrijven de harten der verdorven mensen niet kon bekeren. Zie Rom. 8:3; Gal. 3:21.

Ex 24.12 Ro 8.3 Ga 3.21

11) in vlesen tafelen des harten.

Hierdoor wordt niet verstaan hetgeen vlees of vleselijk, dat is, verdorven in Gods Woord menigmaal genaamd wordt, maar wordt hier genomen voor harten, die door Gods Geest zijn bekwaam gemaakt en vernieuwd om het woord des Evangelies met het geloof aan te nemen, gelijk Ezech. 36:26, en gelijk de goede aarde, waarvan Christus spreekt Matth. 13:23, waarom de apostel ook zegt in het Grieks sarkinais, niet sarkikais.

Eze 36.26 Mt 13.23

2 Corinthians 3:6-7

15) nieuwen Testaments, niet

Of verbonds. Alzo wordt genaamd het verbond der genade, in hetwelk God Zijn volk belooft de vergeving der zonden en de rechtvaardigheid door het geloof in Christus, mitsgaders ook de vernieuwing door den Heiligen Geest, wiens kracht zich in de predikatie des Evangelies aan de harten der uitverkorenen openbaart, gelijk beloofd wordt Jer. 31:31; Ezech. 36:25; waarom ook het Evangelie een dienst des Geestes en des levens, 2 Cor. 3:6,8, en der rechtvaardigheid, 2 Cor. 3:9, wordt genaamd.

Jer 31.31 Eze 36.25 2Co 3.6,8,9

16) der letter, maar

Dat is, des verbonds van de wet, hetwelk letter genaamd wordt, omdat de wet alleen met letteren in stenen tafelen geschreven is; gelijk in 2 Cor. 3:7 verklaard wordt.

2Co 3.7

17) des Geestes; want de

Dat is, van de leer en de predikatie van het Evangelie, waardoor de Heilige Geest het geloof in ons werkt. Zie Hand. 16:14; Gal. 3:2,3, enz.

Ac 16.14 Ga 3.2,3

18) doodt, maar de Geest

Namelijk omdat de wet, hoewel zij den weg tot het leven aanwijst, den verdorven mens de kracht niet toebrengt om die te onderhouden, noch gene beloften om den overtreder de zonden te vergeven, maar vervloekt een iegelijk, die niet blijft in al wat er geschreven is, Gal. 3:10, en overtuigt ons van onze overtreding en dienvolgens dat wij den dood, die den overtreders wordt gedreigd, waardig en denzelven onderworpen zijn; Rom. 7:7, enz. Waarom ook dezelve ene bediening der verdoemenis genaamd wordt, 2 Cor. 3:9. Zie hiervan breder Rom. 8:2,3,4, en Rom. 10:3,4,5; Gal. 3:5, enz., en Gal. 4:21, enz; Hebr. 8:6, enz., waar de apostel het onderscheid van deze twee verbonden nader verklaart.

Ga 3.10 Ro 7.7 2Co 3.9 Ro 8.2,3,4 10.3,4,5 Ga 3.5 4.21 Heb 8.6

19) maakt levend.

Dat is, het Evangelie wijst niet alleen aan den weg tot het leven en de zaligheid, door het geloof in Jezus Christus, maar is ook vergezelschapt met de kracht des Heiligen Geestes, waardoor het geloof in de uitverkorenen gewrocht en bewaard wordt, en zij uit den dood der zonden opgewekt en levend gemaakt worden.

20) om de heerlijkheid zijns

Namelijk heerlijkheid des aangezichts van Mozes, welke, gelijk zij teniet gedaan is, ook een voorbeeld is geweest dat de wet, door hem gegeven, ook zou afgedaan worden. Zie de geschiedenis hiervan Exod. 34:30, en vervolgens, welke de apostel duidt als een voorbeeld op de leer van Mozes, in schaduwen en rechtvaardigmakingen der wet bestaande.

Ex 34.30

21) die teniet gedaan zou

Dit zegt de apostel van de wet van Mozes, niet alleen ten aanzien van de ceremoni‰n, die maar tot Christus' komst zouden duren, maar ook ten aanzien van de wet der tien geboden, aangaande den vloek, welken zij den overtreders dreigt, en de rechtvaardigmaking, die den daders der wet wordt beloofd; in welke beide leden zij door Christus' dood en gehoorzaamheid moest teniet gedaan worden. Zie 2 Cor. 3:11.

2Co 3.11
Copyright information for DutKant