2 Corinthians 3:5

13) van onszelven bekwaam

Dat is, door onze eigen wijsheid of natuurlijke scherpzinnigheid.

14) te denken als uit

Of, te bedenken; namelijk dat bekwaam zou zijn om de harten van de mensen te bekeren, of om ons en anderen tot zaligheid te brengen. Zie Joh. 15:4,5; Filipp. 2:13.

Joh 15.4,5 Php 2.13

Philippians 1:6

8) Hij, Die

Namelijk God de Vader.

9) een goed werk

Namelijk des geloofs in Christus en der bekering tot God.

10) voleindigen

Dat is, meer en meer zal vermeerderen, versterken en bewaren.

11) op den dag van

Namelijk op welken Christus u uit dit leven tot Zich zal nemen, of uit de doden zal opwekken ten uitersten dage des oordeels.

James 1:17

60) volmaakte gifte

Dat is, die nodig en dienstig is om den mens meer en meer te volmaken en tot zaligheid te brengen.

61) van boven,

Dat is, van God, die daar boven in den hemel zijn troon heeft, en van daar zijn gaven tot ons afzendt; zie Joh. 3:31.

Joh 3.31

62) Vader der lichten

Dat is, die niet alleen het licht zelf is, 1 Joh. 1:5,7, en een ontoegankelijk licht bewoont, 1 Tim. 6:16; maar ook verlicht een iegelijk mens die in de wereld komt; Joh. 1:9.

1Jo 1.5,7 1Ti 6.16 Joh 1.9

63) geen verandering is,

Grieks gene verandering in is; namelijk in zijn wezen, natuur en eigenschappen.

64) schaduw van omkering.

Grieks afschaduwing; een gelijkenis, genomen van de zon, wier schijnsel dikwijls door enige wolken als schaduwen verduisterd wordt.

65) omkering.

Namelijk zijns willens, van goed tot kwaad.

Copyright information for DutKant