2 Corinthians 4:16

30) uitwendige mens

Gr. de mens buiten; dat is ons lichaam, met onze lichamelijke sterkte, gezondheid en uitwendigen welstand.

31) de inwendige vernieuwd

Gr. de mens binnen; dat is de ziel, door Gods Geest vernieuwd zijnde, wordt dagelijks in het midden van deze zwarigheden meer en meer vernieuwd en gesterkt.

Ephesians 4:24

48) den nieuwen

Alzo noemt de apostel de wedergeboorte of vernieuwing der mensen, bestaande in de verlichting des verstands, en verandering van den wil tot heiligheid en rechtvaardigheid, in welke het beeld Gods bestaat, waarvan het laatste hier wordt uitgedrukt, en het eerste hierna, Col. 3:10, van den apostel zal uitgedrukt worden.

Col 3.10

49) aandoen,

De apostel vergelijkt hier deze vernieuwing des mensen bij een nieuw kleed, gelijk Ef. 4:22 de natuurlijke verdorvenheid bij een oud verdorven kleed, hetwelk hij zegt dat de gelovigen moeten afleggen en het nieuwe aandoen; omdat zij nu door den Geest Gods wedergeboren zijnde, in beide meer en meer moeten voortgaan en toenemen, door het gebruik der middelen, die God daartoe heeft geordineerd; namelijk met kloekmoediglijk tegen de zonde door den Geest Gods te strijden, Rom. 8;13, en de gave Gods te verwekken, 2 Tim. 1:6,7. Gods woord naarstiglijk te horen en overleggen, Ps. 1:2; 2 Tim. 3:16,17, de sacramenten waardiglijk te gebruiken, 1 Cor. 11:17,18, enz., ijverige gebeden tot God te storten, Ef. 6:18, en dergelijke. Zie ook Joh. 15:2; 1 Cor. 9:25,26, enz.

Eph 4.22 2Ti 1.6,7 Ps 1.2 2Ti 3.16,17 1Co 11.17,18 Eph 6.18 Joh 15.2 1Co 9.25,26

50) in ware rechtvaardigheid

Grieks in rechtvaardigheid en heiligheid der waarheid.

Copyright information for DutKant