2 Corinthians 5:20

51) laat u met God verzoenen.

Namelijk door het geloof in Christus en Zijn bloed; Rom. 3:25.

Ro 3.25

Galatians 1:15-16

44) van mijner moeders

Grieks uit; dat is, eer ik van mijne moeder geboren was. Zie dergelijke Jer. 1:5.

Jer 1.5

45) afgezonderd heeft,

Dat is, voorgenomen en besloten heeft, mij af te zonderen uit den algemenen hoop van de andere mensen, om te zijner tijd tot een apostel te beroepen.

46) door Zijn genade,

Namelijk als de enige oorzaak, waarom Hij dat gedaan heeft, en derhalve zonder enige waardigheid of verdiensten in mij voorgezien; gelijk ook tevoren Gods welbehagen de oorzaak daarvan gesteld wordt. Zie Ef. 1:5,6,9,11.

Eph 1.5,6,9,11
47) Zijn Zoon

Namelijk Jezus Christus den waren Messias.

48) in mij te openbaren,

Dat is, aan mij; in mijne ziel. Of, door mij te openbaren, dat is, bekend te maken, dat ik Hem voor den Zoon Gods en den waren Messias heb erkend, en in Hem geloof; Matth. 16:17.

Mt 16.17

49) terstond niet te

Namelijk zo haast ik tot Christus bekeerd ben geweest.

50) rade gegaan

Dat is, over de leer van het Evangelie met iemand gesproken en gehandeld, om in dezelve beter of breder onderwezen te worden.

51) met vlees en

Dat is, met enige mensen, die uit vlees en bloed bestaan. Zie dergelijke wijze van spreken Matth. 16:17; Ef. 6:12, ook zelfs niet met mijn eigen natuurlijk vernuft.

Mt 16.17 Eph 6.12
Copyright information for DutKant