2 Corinthians 7:12

31) [dat] is niet

Namelijk zozeer, of voornamelijk. Ene manier van spreken, gelijk 1 Cor. 9:9,10.

1Co 9.9,10

32) die onrecht gedaan had,

Dat is, van den persoon, die de bloedschande gedaan heeft. Of dergenen, die hunne broeders voor ongelovige rechters getrokken of verongelijkt hadden.

33) dien onrecht gedaan was;

Hierdoor verstaan sommigen den vader van dezen persoon, wiens huisvrouw hij bij zich genomen had. Anderen verstaan het van die, wien ongelijk geschied was voor het gericht der ongelovige overheden, waarvan hij geschreven had, 1 Cor. 6:1, enz.

1Co 6.1

34) onze vlijtigheid

Dat is, onze zorg voor den welstand en goeden naam van de ganse gemeente. Anderen lezen uwe vlijtigheid voor ons.

35) voor u zou bij u

Of, aan u, dat is, die tot uw dienst aangewend is.

Copyright information for DutKant