2 Corinthians 8:12-14

25) aangenaam naar hetgeen

Namelijk Gode, in het uitdelen van zijne gaven. Zie Mark. 12:43; 2 Cor. 9:7.

Mr 12.43 2Co 9.7
26) verdrukking;

Dat is, opdat anderen overvloed door uwe gaven zouden verkrijgen, en gij gebrek hebben, of u te zeer benauwen.

27) opdat ook hun overvloed

Namelijk wanneer gij in den tijd der vervolging, of anderszins, hunne hulp ook zoudt mogen van node hebben. Anderen nemen het van den overvloed der geestelijke gaven, welke die van Jeruzalem den heidenen te vlijtiger en te bekwamer zouden mededelen, wanneer zij om den tijdelijken leeftocht zich niet zouden moeten bekommeren.

28) opdat er gelijkheid worde.

Namelijk in het geven of ontvangen naar den nood en overvloed van een ieder. Of, opdat het ene lid niet te zeer overvloeie, en het andere niet te benauwd zij; hetwelk met 2 Cor. 8:15 wel zowel overeen komt.

2Co 8.15
Copyright information for DutKant