2 Kings 1:3

7) geen God

Te weten, die zo wijs zou mogen zijn dat Hij toekomende dingen zou weten; zo goed dat Hij die den zijnen zou willen openbaren; zo machtig dat Hij hen in hun nood zou kunnen helpen. Versta dit naar het dwaas gevoelen en ongelovig hart des konings Ahazia. Alzo in het volgende. Of, is het niet daarom, dat gij dit gedaan hebt, omdat gij dwaselijk meent dat er geen God, enz.

8) te vragen?

Te weten, of hij van zijn krankheid opstaan zou; gelijk in 2 Kon. 1:2.

2Ki 1.2
Copyright information for DutKant