2 Kings 10:13

25) de broederen van Ahazia,

Versta, de zonen zijner broeders, 2 Kron. 22:8. Zie Gen. 13:8, waar het woord broeders zo genomen wordt.

2Ch 22.8 Ge 13.8

26) om de zonen

Hebreeuws, tot den vrede der zonen van den koning en der zonen der koningin; dat is, opdat wij hun vrede en welstand zouden toewensen. Hetwelk wij noemen groeten.

27) konings

Namelijk, van Joram en van zijn huisvrouw. Het schijnt dat zij niet wisten dat Ahazia door Jehu omgebracht was.

Copyright information for DutKant