2 Kings 11:4

10) Jojada,

Hebreeuws, Jehojadah, de zoon van Ahima„z, den zoon van Zadok, hogepriester en onderscheiden van Jojada, den vader van Benaja, die leefde ten tijde van David, 2 Sam. 8:18.

2Sa 8.18

11) oversten van honderd

Dezen waren vijf in getal, en worden genoemd 2 Kron. 23:1. Zij schijnen priesters geweest te zijn, gelijk men mag afnemen 2 Kon. 11:5,7,9.

2Ch 23.1 2Ki 11.5,7,9

12) hij maakte

Te weten, om Athalia te doden, Joas in het koninkrijk te stellen, de afgoderij te weren, en den zuiveren godsdienst weder op te richten.

Copyright information for DutKant