2 Kings 18:37

49) hofmeester,

Hebreeuws, die over het huis was. Zie van dezen boven, 2 Kon. 18:18, alzo onder, 2 Kon. 19:2.

2Ki 18.18 19.2

50) gescheurde klederen;

Zie Gen. 37:29. Hebreeuws, gescheurde der klederen.

Ge 37.29

2 Kings 19:14

27) huis des HEEREN,

Dat is, den tempel.

28) voor het aangezicht des HEEREN.

Dat is, in het voorhof, tegenover de ark des verbonds, welke was in het heilige der heiligen, tot een teken van Gods tegenwoordige bijwoning. Zie Lev. 1:3, en Lev. 9:24.

Le 1.3 9.24
Copyright information for DutKant