2 Kings 20:20

33) vijver

Zie van dezen vijver boven, 2 Kon. 18:17; Neh. 3:16.

2Ki 18.17 Ne 3.16

34) gebracht heeft,

Te weten, om het den vijand te benemen. Zie 2 Kron. 32:3,4,30.

2Ch 32.3,4,30

2 Chronicles 32:30

54) opperuitgang

Of, watergang, waterloop, fonteinader des waters van Gihon.

55) Gihon,

Zie 1 Kon. 1:33, en de aantekening daarop.

1Ki 1.33

56) leidde

Te weten, die wateren.

57) der stad Davids;

Zie 1 Kon. 2:10.

1Ki 2.10

Isaiah 22:8

30) hij

Te weten de koning Sanherib.

31) zal

De profeet spreekt in het Hebreeuws als van ene zaak, die alrede geschied was, alhoewel hetgeen daar hij van spreekt nog eerst geschieden zou. Anders: En men heeft het deksel van Juda ontdekt.

32) het deksel

Aldus noemt de profeet hier de vastigheden aan de grenzen van het Joodse land. Zodat het deksel van Juda ontdekken is te zeggen, de vaste plaatsen in Juda innemen.

33) gij

Te weten gij volk van Jeruzalem.

34) zien

Dat is, gij zult zien wapenen te krijgen uit het wapenhuis om u te verdedigen, op hoop dat gij uzelven uit uwen nood zult kunnen redden. Versta hierbij: doch het zal al vergeefs zijn.

35) in het huis

Men meent dat hier het tuighuis, of het wapenhuis van het rijk verstaan wordt. Vergelijk 1 Kon. 7:2 met de aantekening.

1Ki 7.2
Copyright information for DutKant