2 Kings 22:20

34) verzamelen

Zie Gen. 25:8.

Ge 25.8

35) vrede

Versta dit ten aanzien van de algemene plagen, die van de Chalde‰n over het gehele koninkrijk komen zouden, die Josia niet beleefd heeft.

36) graf

Hebreeuws, graven. Alzo 2 Kron. 16:14, en 2 Kron. 35:24. Dat is, in een uwer graven. Zo wordt in het onzekere gelaten, welk zijner graven dit graf was. Vergelijk Richt. 12:7.

2Ch 16.14 35.24 Jud 12.7

37) zij brachten

Te weten, de mannen van Josia uitgezonden, en genaamd boven, 2 Kon. 22:14.

2Ki 22.14

2 Kings 23:29

67) zijn dagen

Te weten, gelijk Josia het vermaken van het huis des Heeren voleind had. Zie 2 Kron. 35:20.

2Ch 35.20

68) Necho,

Zie van denzelfden ook onder, 2 Kon. 23:33; Jer. 46:2.

2Ki 23.33 Jer 46.2

69) naar de rivier Frath;

Naar de stad Karchemis, gelegen aan den Eufraat, die de koning van Assyri‰ den Syri‰rs afgenomen had; waarover hij den roem draagt, Jes. 10:9.

Isa 10.9

70) toog hem tegemoet,

Te weten om hem af te keren en te verhinderen, dat hij met zijn leger door zijn land niet zou trekken, vrezende schade voor zijn eigen koninkrijk, of willende daarmede den koning van Assyri‰ vriendschap doen.

71) doodde hem

Dat is, de schutters des konings Necho wondden hem dodelijk; zodat hij, naar Jeruzalem gevoerd zijnde, stierf op den weg, of binnen Jeruzalem, hebbende bij Megiddo de doodwond gekregen; 2 Kron. 35:23,24.

2Ch 35.23,24

72) Megiddo,

Een stad, in den stam van Manasse gelegen. Zie 1 Kon. 9:15.

1Ki 9.15

73) hem gezien had.

Dat is, als Josia gekomen was om hem onder de ogen te zien en tegen hem streed. Zie boven, 2 Kon. 14:8, en de aantekening.

2Ki 14.8

2 Chronicles 35:23-24

48) gewond.

Hebreeuws, krank geworden; dat is, zo verwond dat ik daarvan gans krank en flauw geworden ben. Zie dezelfde manier van spreken 1 Kon. 22:34.

1Ki 22.34
49) graven zijner vaderen;

Dat is, in een derzelve. Zie Gen. 19:29. Of, onder de graven zijner vaderen.

Ge 19.29

50) bedreven

Vergelijk Gen. 23:2, en de aantekening.

Ge 23.2
Copyright information for DutKant