‏ 2 Kings 23:16

47) dat altaar,

Te weten, die te Bethel van Jerobeam opgericht was, 2 Kon. 23:15.

2Ki 23.15

48) uitriep.

Dat is, voorzeide; te weten meer dan drie honderd jaren tevoren. Zie 1 Kon. 13:2, en vergelijk daarmede wat hier staat en onder, 2 Kon. 23:20.

1Ki 13.2 2Ki 23.20

‏ 2 Kings 23:20

53) slachtte

Anders, offerde; dat is, hij doodde hen op de altaren; tot een bewijd dat hij niet alleen de afgoderij ten allerhoogste haatte, maar zelfs de plaatsen, waar zij gepleegd werd; die verontreinigende met daarop mensenbloed te vergieten en hun beenderen te verbranden. Versta dit van de priesters, die, naar Jerobeams instelling, uit het volk gemaakt waren, en in hun afgoderij verhard bleven. Zie 1 Kon. 12:31.

1Ki 12.31

‏ Ezekiel 6:5

11) Ik zal de dode lichamen der kinderen Isra‰ls

Dat is, Ik zal hen niet alleen laten vermoorden voor hunne afgoden, maar zal ook hunne dode lichamen en de stukken daarvan laten liggen, en maken verstrooid te worden nabij hun afgodische altaren, om die daarmede te verontreinigen. Want de dode lichamen der mensen waren zeer verfoeilijk gehouden nabij de altaren en offeranden.

12) leggen,

Hebreeuws eigenlijk, geven.

Copyright information for DutKant