2 Kings 5:5

11) nam

Te weten, tot een vrijwillig geschenk om den profeet daarmede te vereren. Zie 1 Kon. 14:3.

1Ki 14.3

12) in zijn hand

Dat is, met hem. Vergelijk 1 Sam. 9:8; 2 Sam. 8:10; 1 Kon. 14:3; onder, 2 Kon. 8:8.

1Sa 9.8 2Sa 8.10 1Ki 14.3 2Ki 8.8

13) tien talenten

Zie van een talent Exod. 25:39.

Ex 25.39

14) [sikkelen] gouds,

Zie van de waarde eens gemenen gouden sikkels Gen. 24:22; Num. 7:14.

Ge 24.22 Nu 7.14

15) wisselklederen.

Zie Gen. 45:22.

Ge 45.22

2 Kings 8:9

12) alle goed

Dat is, allerlei.

13) Uw zoon Benhadad,

Dat is, die u eert als zijn vader. Alzo heeft de koning Joram dezen profeet zijn vader genoemd, boven, 2 Kon. 6:21.

2Ki 6.21
Copyright information for DutKant