2 Kings 8:1

1) huisgezin,

Hebreeuws, huis. Zie Gen. 7:1.

Ge 7.1

2) heeft een honger

Dat is, heeft naar zijn gerechtigheid een duren tijd over het land gezonden, als zijn dienaar en scherprechter om zijne straffen uit te voeren. Zie mede Ps. 105:16. Zo wordt ook God gezegd andere plagen te roepen, even alsof zij levende en redelijke schepselen waren, bekwaam om te verstaan en gewillig om te gehoorzamen; Jer. 25:29; Hagg. 1:11.

Ps 105.16 Jer 25.29 Hag 1.11
Copyright information for DutKant