2 Kings 9:11

20) Is het al wel?

Hebreeuws, Is het vrede? Alzo onder, 2 Kon. 9:17. Zie Gen. 29:6.

2Ki 9.17 Ge 29.6

21) onzinnige

Zo worden de profeten en de dienaren Gods genoemd van de wereldse en goddeloze mensen, omdat zij hun leer niet begrijpen en hun doen niet verdragen kunnen, Joh. 10:20; Hand. 26:24. Mogelijk hebben zij den profeten dezen naam gegeven, omdat zij enige extraordinaire gebaren of manieren van doen over zich hadden, als de Geest des Heeren vaardig over hen werd. Zie 1 Sam. 18:10.

Joh 10.20 Ac 26.24 1Sa 18.10

22) Gij kent den man

Dat is, gij kunt merken dat hij een profeet is, en omdat hij zulk een is, kunt gij oordelen wat hij pleegt te spreken, te weten een ieder tot zijn schuldigen plicht te vermanen, gelijk hij aan mij gedaan heeft.

Jeremiah 29:26

44) Jojada,

Sommigen menen dat hij verstaat den hogepriester Jojada, [van wiens voortreffelijke daden te zien is 2 Kon. 11, en 2 Kron. 23:], om, naar de wijze der valse profeten, hem te vleien. Anderen menen dat het een ander is geweest, die •f dood, •f naar Babel mede weggevoerd was, zulks dat Zefanja naar de orde in zijne plaats opgevolgd is.

45) opzieners zoudt zijn

Of, bevelhebbers.

46) onzinnig is,

Dit duidt hij op Jeremia. Vergelijk 2 Kon. 9:11.

2Ki 9.11

47) gevangenis

Van het Hebreeuwse woord zie boven Jer. 20:2.

Jer 20.2

48) stok.

Het Hebreeuwse woord tsinok wordt alleen hier gevonden, zodat het onzeker is wat voor een soort van gevangenis, •f ketens en boeien, •f ook doodstraf het eigenlijk betekent. Sommigen vergelijken het met kikkim, dat ook ketens en boeien betekent; anderen menen: het is samengevoegd van tsi, dat is een schip, en janak, dat is zuigen, en zetten het over zuigschip of zuigschuit, zijnde geweest bij de Perzen [ook misschien bij andere aangelegen volken] een zeer wrede doodstraf, wanneer een mens tussen twee op elkaar gepaste schuiten gelegd en als ingepakt werd, het hoofd, de handen en voeten alleenlijk buiten stekende, en alzo gelaten, onder anderen met honig en melk [die hij moest inzuigen] gevoed, steeds met het aangezicht naar de zon gekeerd, van buiten van de vliegen, en van binnen van het gewormte en vuiligheid geplaagd, zeer deerlijk ten laatste verging.

Ezekiel 13:3

4) hun geest nawandelen,

Dat is, hun eigen verstand en ingeving volgen in het voorstellen van hun gewaande profetie‰n. Vergelijk de aantekening op Ezech. 13:2.

Eze 13.2

5) niet gezien hebben!

Te weten dat hun in enig gezicht van God vertoond zou zijn, om dat uit zijn naam het volk te verkondigen. Het woord zien is dikwijls aldus genomen, gelij Num. 24:4; Jes. 30:10; Klaagl. 2:14, en hier onder Ezech. 13:6,7,8. Hiervan worden de profeten zieners genaamd. Zie 1 Sam. 9:9, en 2 Kron. 9:29.

Nu 24.4 Isa 30.10 La 2.14 Eze 13.6,7,8 1Sa 9.9 2Ch 9.29

Micah 2:11

52) die met

Of, die met wind en valsheid omgaande, liegt, [zeggende]: enz.

53) wind omgaat

Dat is, met ijdele valse profetie‰n, die de ziel zo weinig kunnen stichten en troosten als het lichaam van wind gevoed kan worden., Verg. Job 6:26; Jer. 5:13; Jes. 41:29; Jer. 22:22, Anders, met de geest; dat is, zich valselijk beroemt van openbaringen van de Geest Gods. Zie Ezech. 13:3, en Hos. 9:7.

Job 6.26 Jer 5.13 Isa 41.29 Jer 22.22 Eze 13.3 Ho 9.7

54) profeteren

Gelijk Micha 2:6.

Mic 2.6

55) wijn en voor sterken drank

Of, bij de wijn. Verg. onder Micha 3:5; Jes. 28:7,8, of van wijn, enz.; dat is van een goed wijnjaar, geluk, voorspoed en vrede. Zie Jer. 13:12, Jer. 23:16,17, en Jer. 29:8,9; Hoogl. 2:14.

Mic 3.5 Isa 28.7,8 Jer 13.12 23.16,17 29.8,9 So 2.14

56) profeet dezes volks

Dat is, een aangenaam profeet bij dit volk, of voor dit volk.

Copyright information for DutKant