2 Peter 1:3

13) Zijn Goddelijke

Namelijk van God den Vader.

14) het leven en

Dat is, wat tot het eeuwige leven nodig is en dienstig, om dat te verkrijgen.

15) de godzaligheid

Dat is, om God recht te dienen, en een godzaligen wandel te leiden.

16) geschonken heeft,

Namelijk uit enkele genade, zonder enige waardigheid of verdienste van ons, gelijk 2 Petr. 1:2.

2Pe 1.2

17) Desgenen, Die ons

Namelijk des Heeren Jezus Christus, wien onze roeping door de prediking van het Evangelie doorgaans toegeschreven wordt.

18) tot heerlijkheid en deugd.

Of door zijn heerlijkheid en deugd. Doch het Griekse woord dia betekent altijd door, maar ook somtijds tot, gelijk Rom. 6:4; en schijnt hetgeen de apostel terstond tevoren genoemd heeft het leven, hij hier nu noemt de heerlijkheid; en dat hij genoemd heeft godzaligheid, hij nu noemt deugd.

Ro 6.4
Copyright information for DutKant