2 Samuel 1:2

3) gescheurd waren,

Tot teken van rouw en harteleed; zie Gen. 37:29.

Ge 37.29

4) aarde

Vergelijk Joz. 7:6; 1 Sam. 4:12, en onder, 2 Sam. 13:19, en 2 Sam. 15:32; Job 2:12. Dit was in rouw een teken van schaamte, nietswaardigheid en diepe vernedering.

Jos 7.6 1Sa 4.12 2Sa 13.19 15.32 Job 2.12

Jeremiah 25:34

74) herders!

Regeerders in politie en kerk.

75) [in de as],

Dit is hier ingevoegd uit boven Jer. 6:26.

Jer 6.26

76) heerlijken van de kudde!

Alzo noemt God de voortreffelijksten en machtigsten onder het volk; alzo Jer. 25:35,36; zie van het Hebreeuwse woord Ps. 8:2.

Jer 25.35,36 Ps 8.1

77) uw dagen zijn vervuld,

Die u van God verordineerd zijn; zie Ps. 37:13.

Ps 37.13

78) slachten zal,

Te weten, u, of de een den ander.

79) verstrooiingen,

Versta, de dagen uwer verstrooiingen; [dat is, dat gij verstrooid zult worden] of, uwe verstrooiingen zijn nabij.

80) kostelijk vat.

Hebreeuws, vat d er begeerte, of van den lust, van den wens; dat is, schoon, lustig, kostelijk, gewenst [zie 2 Kron. 32:27]; de zin is dat al hunne schoonheid en heerlijkheid vergaan zal, gelijk [bij exempel] een schoon en kostelijk glas, of iets anders, dat van zeer brekelijke stof gemaakt zijnde, in stukken valt, en nergens meer toe deugt noch weder samengezet of hermaakt kan worden.

2Ch 32.27
Copyright information for DutKant