‏ 2 Samuel 10:2

4) Nahas,

Hebreeuws, Nachasch.

5) gelijk als zijn vader weldadigheid aan mij gedaan heeft.

Wanneer en waarin dit geschied is, wordt in de Heilige Schrift niet vermeld. Het kan zijn dat hij gelijke weldadigheid aan David bewezen heeft ten tijde zijner ballingschap, gelijk de koning der Moabieten; 1 Sam. 22:4.

1Sa 22.4

6) dienst

Hebreeuws, hand.

7) knechten

Dat is, zijner officieren, of hovelingen, die hij als gezanten tot hem schikte.

8) vader.

Dat is, zijns vaders dood.

Copyright information for DutKant