2 Samuel 12:5

3) dien man;

Versta, den rijken man.

4) kind des doods!

Dat is, hij is des doods schuldig, hij heeft den dood verdiend, ten aanzien van de omstandigheden des bitteren gewelds, dat hij aan dien armen man gepleegd had. Vergelijk met deze manier van spreken, Gen. 20:3; Deut. 25:2; boven 2 Sam. 3:34, en Ef. 2:3.

Ge 20.3 De 25.2 2Sa 3.34 Eph 2.3

Proverbs 31:8

21) Open uw mond

Alzo in Spreuk. 31:9. Zie Job 33:2.

Pr 31.9 Job 33.2

22) stomme,

Dat is, voor hem, die zijn woord niet kan voeren vanwege zijne onbekwaamheid, of nie durft uit vrees van de macht zijner partij.

23) die omkomen

Hebreeuws, kinderen der verandering, of uitroeiing; dat is, die in gevaar staan van ten onrechte enige schadelijke verandering, dat is groot nadeel, te zullen lijden in hun goed, lichaam, of eer, ja, die tot hun verderf zou mogen dienen. Anders: van alle kinderen des doorgangs; dat is, van alle mensen, wier leven hier anders niet is dan gelijk een korte doorgang, overstap, of passering tot den dood.

Copyright information for DutKant