2 Samuel 14:14

28) den dood sterven,

Hebreeuws, stervende sterven; te weten, indien Absalom niet wederkomt. Anderen verstaan deze en de volgende woorden van den natuurlijken dood, alsof zij zeide: Verhaast toch Absaloms dood niet, hij zal toch vroeg genoeg sterven, gelijk wij allen eens moeten sterven, en staan niet op v¢¢r den jongsten dag.

29) niet verzameld wordt.

Dat is, niet weder kan bijeengebracht worden, als het op aarde weggegoten is.

30) God dan

Om zijns volks wil, opdat wij niet, van Absalom beroofd zijnde, na uw dood, zonder hoofd en beschermer zouden zijn en een roof onzer vijanden worden.

31) ziel niet wegnemen,

Of, heeft [zijne] ziel niet weggenomen; dat is, het leven van Absalom. Anders, en God zal geen persoon aannemen; te weten, dat iemand den dood zou ontgaan.

32) gedachten denken,

Dat is, en hij [te weten, de koning] zal gedachten denken, enz. middel beschikken, verschaffen, de zaak daarheen richten. Versta, opdat na zijn dood het rijk van een navolger moge voorzien zijn.

33) verstotene

Absalom.

34) Zich verstote.

Zodat hij niet weder tot Gods volk zou komen.

Psalms 58:7

14) tanden

Dat is, de macht om kwaad te doen en de vromen te beschadigen. Zie Job 29:17.

Job 29.17

15) breek

Zoals men een gebouw afbreekt, of omrukt.

Copyright information for DutKant