2 Samuel 15:30

53) olijven,

Die op den Olijfberg bij menigte stonden.

54) bewonden;

Dit waren tekenen van rouw, schaamte en vernedering. Zie ook van toedekken of verhullen des hoofds, onder, 2 Sam. 19:4; Esth. 6:12; Jer. 14:3,4; Ezech. 31:15; en van barrevoets of ongeschoeid gaan, Jes. 20:2,3,4; Jer. 2:25.

2Sa 19.4 Es 6.12 Jer 14.3,4 Eze 31.15 Isa 20.2,3,4 Jer 2.25

Zechariah 14:4

8) te dien dage staan op den Olijfberg,

Te weten, ten tijde van Christus, die op den Olijfberg verkeerd heeft, aldaar zijn lijden aangevangen en ten hemel is gevaren. Zie Luk. 22:39; Hand. 1:12.

Lu 22.39 Ac 1.12

9) die voor Jeruzalem ligt,

Hebr. die voor het aangezicht van Jeruzalem is tegen het oosten. Zie Hand. 1:12.

Ac 1.12

10) in tweeen gespleten worden

Hebr. in zijn midden, of in zijn helft gespleten worden.

11) naar het oosten, en naar het westen,

Dat is, in de lengten van het oosten tot het westen toe.

12) [zodat] er een zeer grote vallei zal zijn;

Dat is, zodat er een zeer groot dal tussen die twee helften van den berg zal wezen, en dat men Jeruzalem bescheidenlijk zal kunnen zien liggen, hetwelk tevoren met dezen berg en andere als bedekt lag of verborgen was. Versta dit van het geestelijke Jeruzalem, namelijk de kerk Gods, waarvan de heidenen v¢¢r de komst van Christus, geen kennis hadden; maar dan zullen alle hindernissen, die de heidenen den toegang tot Christus en zijne kerk konden verhinderen of afsnijden, weggenomen worden, en zij zullen een open pas hebben tot dezelven. Verg. Jes. 57:14, en Jes. 62:10.

Isa 57.14 62.10

Matthew 24:3

5) deze dingen zijn?

Namelijk die Gij hier en op het einde van het voorgaande Matth. 23, gezegd hebt, zo van de verwoesting der stad en des tempels van Jeruzalem, als van uw laatste toekomst ten oordeel.

Copyright information for DutKant