2 Samuel 19:11-12
16) zeggende: Spreekt tot de oudsten van Juda, Dat is, hij zond heen en liet hun zeggen. 17) huis? In het koninklijke hof te Jeruzalem. 18) rede In de voorgaande verzen verhaald. 19) huis. Te Mahanam. 20) mijn been en mijn vlees zijt gij; Zie boven, 2 Sam. 5:1. Alzo in 2 Sam. 19:13. 2Sa 5.1 19.132 Samuel 19:14
25) hij het hart Te weten, David. Sommigen duiden het op Amasa. 26) als van een enigen man; Dat zij zo eendrachtig waren als een enig man. Zie Richt. 20:1. Jud 20.1
Copyright information for
DutKant