2 Samuel 22:17

27) zond

Te weten, zijn hulp, of zijn heilige engelen; of, Hij stak uit; te weten, zijn rechterhand, als wanneer men iemand van boven aangrijpt en uit watersnood optrekt.

28) grote wateren.

Of, vele geweldige wateren; dat is, uit diepe noden en benauwdheden, in welke ik als verzonken was, die mij als een sterke watervloed overvielen en dreigden te versmoren of weg te rukken. Zie ook deze gelijkenis Job 22:11; Ps. 32:6, en Ps. 66:12, en Ps. 69:2,3, en Ps. 124:4; Jes. 43:2; Ezech. 26:19, enz.

Job 22.11 Ps 32.6 66.12 69.1,2 124.4 Isa 43.2 Eze 26.19

Job 22:11

17) ziet

Dat is, begrijpt niet, zo gij wel behoordet, de ellende waarin gij steekt en de oorzaken van die, te weten de zonden, waarvan in het voorgaande. Duisternis voor ellende. Zie Gen. 15:12, voor zonden Jes. 5:20; Ef. 5:11.

Ge 15.12 Isa 5.20 Eph 5.11

18) des water

Versta, dezelve ellende; want de woorden water, vloed, stromen, enz. worden dikwijls voor allerlei tegenspoed genomen. Zie 2 Sam. 22:17.

2Sa 22.17
Copyright information for DutKant