2 Samuel 22:49

69) alles gewelds.

Hebreeuws, der gewelden; te weten, van Saul, die mij met ongelijk en geweld geduriglijk heeft nagetracht, en anderen die met wrevelig opzet tegen mij zijn opgestaan. Zie Ps. 5:7, en Ps. 140:2,5.

Ps 5.6 140.1,4

Job 11:11

22) de ijdele lieden

Hebreeuws, mensen der ijdelheid, of valsheid; dat is, die tot ijdelheid en valsheid genegen zijn. Versta, ijdele leer en onnutte werken, welke gevonden worden in degenen, die zonder het geloof, de vreze Gods en ware boetvaardigheid zijn. Alzo Ps. 26:4. In gelijken zin worden genaamd onder, Job 22:15, lieden der ongerechtigheid, en Job 34:8, mannen der goddeloosheid; Spreuk. 24:1, lieden der boosheid.

Ps 26.4 Job 22.15 34.8 Pr 24.1

23) aanmerken?

Dat is, bedenken, verstaan, achtgeven en voornemen die naar zijne rechtvaardigheid te straffen. Zie van het Hebreeuwse woord 1 Kon. 3:21.

1Ki 3.21

Psalms 5:6

8) onzinnigen

Of, verwaanden, pochachtigen, roemredigen, waarop het Hebr. woord eigenlijk schijnt te slaan, doch wordt voorts in het algemeen genomen voor dwazen, onzinnigen, razenden, die de ware wijsheid niet hebben, maar als razende en zinneloze mensen, in alle ijdelheid en zonden zich wentelen, roemen en verlustigen. Zie Ps. 73:3, en Ps. 75:5, en Ps. 102:9; Pred. 2:2,12, en Pred. 7:9, en Pred. 10:13; Jes. 44:25; Jer. 50:38, enz.

Ps 73.3 75.4 102.8 Ec 2.2,12 7.9 10.13 Isa 44.25 Jer 50.38
Copyright information for DutKant