2 Samuel 22:8
15) daverde en beefde de aarde; Dit is een figuurlijke beschrijving van aardbeving en schrikkelijke stormen, waardoor God, van David aangeroepen zijnde, voor hem en zijn volk tegen de vijanden gestreden heeft. Vergelijk Richt. 5:20,21; Ps. 29:5,6,7, enz., en Ps. 144:5,6,7; van fondamenten, pilaren en krachten des hemels, zie Job 26:11. Jud 5.20,21 Ps 29.5,6,7 144.5,6,7 Job 26.11 16) Hij ontstoken was. Hebreeuws, omdat hem ontstoken was; te weten, de toorn.Psalms 18:7
Luke 21:26
29) het hart zal bezwijken Of, de mensen den geest zullen geven, of mismoedig zullen worden. 30) het aardrijk zullen overkomen; Grieks de bewoonde; namelijk aarde. 31) bewogen worden. Namelijk op en neder, gelijk de baren van de zee. Zie Matth. 24:29. Mt 24.29
Copyright information for
DutKant