2 Samuel 23:3

4) Rotssteen Isra‰ls

Gelijk boven, 2 Sam. 22:2. Vergelijk 1 Cor. 10:4.

2Sa 22.2 1Co 10.4

5) tot mij gesproken:

Anders, van mij; verstaande dat David hier verhaalt de profetie‰n, die God aangaande zijn persoon, koninkrijk en huis geopenbaard had, eensdeels aan David zelven, anderdeels aan de profeten Samuel, Nathan, enz.

6) Heerser over mensen,

Versta, onzen eeuwigen geestelijken Koning en Heere Jezus Christus, wiens voorbeeld David, [alsook Salomo] geweest is, en van welken hem God geopenbaard had, dat hij uit zijn zaad [naar het vlees] zou voortkomen. Vergelijk Ps. 2:8, en Ps. 72:8; Jer. 30:21; Micha 5:1. Anderen nemen het als een beschrijving van de deugden en schuldige plichten der regenten, passende ook daarop de volgende gelijkenis, 2 Sam. 23:4, als waardoor beduid is de aangenaamheid en nuttigheid van zulke regenten, gelijk David en Salomo geweest zijn, hoewel gebrekkelijk in vele.

Ps 2.8 72.8 Jer 30.21 Mic 5.2 2Sa 23.4

7) Rechtvaardige,

Zie Jes. 53:11; Jer. 23:5,6, en Jer. 33:15,16; Zach. 9:9 met de aantekeningen.

Isa 53.11 Jer 23.5,6 33.15,16 Zec 9.9

8) vreze Gods.

Vergelijk Jes. 11:2,3.

Isa 11.2,3
Copyright information for DutKant