2 Samuel 5:21

53) zij lieten

De Filistijnen, die hun afgoden hadden medegenomen, menende door derzelver tegenwoordigheid zeker victorie te bekomen.

54) afgoden aldaar;

Het Hebreeuwse woord betekent smarten, weedommen, omdat dit de vruchten der afgoderij zijn. Zie 1 Sam. 31:9.

1Sa 31.9

55) namen ze op.

Om die, volgens Davids bevel, en Gods gebod [Deut. 7:25] met vuur te verbranden, gelijk uitdrukkelijk staat 1 Kron. 14:12. Anders, verbrandde ze, lieten ze opgaan [in het vuur].

De 7.25 1Ch 14.12
Copyright information for DutKant