2 Samuel 5:3

8) oudsten van Isra‰l

Zie Exod. 3:16, en vergelijk Lev. 4:15, en Lev. 9:1.

Ex 3.16 Le 4.15 9.1

9) een verbond

Waardoor zij wederzijds bij ede tot hun schuldige plichten werden verbonden.

10) aangezicht des HEEREN;

Dat is, in bijwezen des priesters met den efod bekleed, of, in een statelijke vergadering en rijksdag, met aanroeping van des Heeren naam. Vergelijk Richt. 11:11.

Jud 11.11

11) zalfden David tot koning over Isra‰l.

Dit was Davids derde zalving. Zie boven, 2 Sam. 2:4.

2Sa 2.4
Copyright information for DutKant