2 Samuel 7:16

31) in eeuwigheid,

Zie boven, 2 Sam. 7:13, en vergelijk Luk. 1:32,33.

2Sa 7.13 Lu 1.32,33

32) voor uw aangezicht;

Dat is, gij zult het begin van de vervulling dezer beloften beleven en aanschouwen in uw zoon Salomo, waaruit gij zult vertrouwen van de rest alsof gij de vervulling met uw ogen nu aanzaagt. Zie 1 Kon. 1:48 en 1 Kon. 2:4.

1Ki 1.48 2.4

Luke 1:32-33

37) genaamd worden;

Dat is, inderdaad zijn en van alle gelovigen daarvoor gekend worden, gelijk hierna ook Luk. 1:35.

Lu 1.35

38) den troon van Zijn

Dat is de koninklijke macht, door welke hier verstaan wordt het geestelijke rijk van Christus, waarvan Davids rijk een voorbeeld was.

39) vader David geven.

Namelijk naar het vlees. Zie Matth. 1:1.

Mt 1.1
40) het huis Jakobs

Dat is, de gemeente Gods, welke het geestelijke huis Jakobs en het Isra‰l Gods is, Gal. 6:16.

Ga 6.16

41) Koning zijn in der eeuwigheid,

Namelijk een geestelijke koning. Zie Joh. 18:36.

Joh 18.36
Copyright information for DutKant