2 Samuel 7:29

58) met Uw zegen

Met deze woorden betuigt David zijn geloof, met hetwelk hij deze beloften Gods aannam, vastelijk vertrouwende dat zij zouden worden volbracht.

Job 8:15

24) Hij zal

Te weten, de huichelaar en goddeloze.

Psalms 49:16

42) Maar

Of. zekerlijk, ziende op de overzetting straks in het voorgaande vermeld.

43) ziel

Verg. Ps. 16:10. Hoewel hier gezien wordt op de volkomen verlossing van alle leden van Christus, naar ziel en lichaam, hetwelk een ieder gelovige zich toe‰igent, gelijk hier geschiedt.

Ps 16.10

44) geweld

Hebr. uit, of van de hand, alzo Hos. 13:14. Zie Job 5:20, en Ps. 22:21.

Ho 13.14 Job 5.20 Ps 22.20

45) want Hij

Of, wanneer Hij mij zal opnemen. Zie Joh. 14:3; 1 Thess. 4:14,17.

Joh 14.3 1Th 4.14,17

Proverbs 14:11

26) huis

Dat is, de woning, staat, rijkdom en nakomelingen. Zie boven Spreuk. 12:7.

Pr 12.7

27) tent

Dat is, hun geringe woning. Zie 2 Kon. 13:5.

2Ki 13.5
Copyright information for DutKant