2 Thessalonians 2:7

25) de

Dat is, de heimelijk opkomst dezer ongerechtige antichristische heerschappij wordt allengskens in de Kerk van Christus bevorderd, namelijk door den Satan en enige zijner werktuigen, die door begeerte van heersen [gelijk een Diotrephes daarover bestraft wordt, 3 Joh. 9, 3 Joh. 10]; en door invoering van valse en bijgelovige leerlingen en menselijke inzettingen, hier in den Satan, al van de tijden der apostelen af, de hand hebben geboden. Zie 1 Joh. 2:18. Of, de verborgenheid der ongerechtigheid werkt alrede.

1Jo 2.18

26) Die hem

Namelijk den antichrist in zijne opkomst wederhoudt, waarvan in het voorgaande vs. is gesproken.

27) hij

Namelijk die hem wederhoudt.

28) uit

Dat is, alzo gebroken zal worden, en zijn kracht verliezen, dat hij deze opkomende geestelijke heerschappij niet langer zal kunnen wederstaan. Wie deze nu is, is op het voorgaande 2 Thess. 2:6 verklaard.

2Th 2.6
Copyright information for DutKant