2 Timothy 2:3

9) lijd verdrukkingen, als

Grieks lijd kwaad; gelijk ook 2 Tim. 2:9, en 2 Tim. 4:5.

2Ti 2.9 4.5

10) een goed krijgsknecht

Dat is, den Heere Christus en dien onder Christus, in een geestelijken oorlog, tegen Zijn en Zijner uitverkorenen vijanden. Zie 2 Cor. 10:3,4, enz.; 1 Tim. 1:18. Want een recht krijgsman moet zich geen arbeid, moeite, ongemak, noch gevaren ontzien.

2Co 10.3,4 1Ti 1.18

2 Timothy 2:9

22) Om hetwelk ik verdrukkingen

Grieks in welke; ene Hebreeuwse wijze van spreken.

23) tot de banden toe,

Dat is, zo veel en zo ver, dat ik daarom hier te Rome ben gevangen gebracht, en met een keten gebonden en bewaard wordt, om van den keizer gericht te worden.

24) als een kwaaddoener;

Dat is, word zo behandeld, alsof ik enige boze feiten bedreven had.

25) het Woord Gods is niet gebonden.

Dat is, de prediking des Evangelies gaat evenwel voort, niettegenstaande mijne gevangenschap; zie Filipp. 1:12,13.

Php 1.12,13
Copyright information for DutKant