2 Timothy 4:17

62) bijgestaan, en

Namelijk met de genade zijns Geestes, gelijk hij beloofd heeft, Luk. 21:14,15. Of, heeft gestaan bij mij, gelijk Hand. 27:23, en mij vertroost en versterkt.

Lu 21.14,15 Ac 27.23

63) heeft mij bekrachtigd;

Namelijk met wijsheid, voorzichtigheid en kloekmoedigheid.

64) opdat men door mij

Of, opdat door mij de prediking vervuld zou worden. Zie 2 Tim. 4:5.

2Ti 4.5

65) alle heidenen [dezelve]

Dat is, opdat ik nog tijd en gelegenheid zou hebben om het Evangelie onder de heidenen, wier apostel ik ben, Rom. 11:13, verder te verbreiden.

Ro 11.13

66) uit de muil des leeuws verlost.

Dat is, uit een groot en tegenwoordig gevaar des doods, gelijk daarin zijn degenen, die reeds in den muil en de kaken van een wreden leeuw zijn geraakt, Ps. 22:22, en Ps. 58:7. Anderen verstaan door den leeuw den keizer Nero, die om zijn wreedheid zo wordt genoemd, gelijk doorgaans de tirannen en vijanden der Kerk, Ps. 35:17, en Ps. 91:13; Spreuk. 28:15; Jer. 2:15, en Jer. 4:7. Zo noemt Christus den koning Herodes om zijn loosheid een vos; Luk. 13:32.

Ps 22.21 58.6 35.17 91.13 Pr 28.15 Jer 2.15 4.7 Lu 13.32
Copyright information for DutKant