Acts 1:14
29) volhardende Dat is, krachtig, standvastig, en met lijdzaamheid aanhoudende. 30) de vrouwen, Namelijk die Christus van Galilea waren gevolgd, en Hem hadden gediend, Matth. 27:55,56; Mark. 15:40; Luk. 23:55; Joh. 19:25, en ook met hunne huisvrouwen, die mede van node hadden gesterkt te worden, als zullende metgezelinnen zijn van de reizen harer mannen; 1 Cor. 9:5. Mt 27.55,56 Mr 15.40 Lu 23.55 Joh 19.25 1Co 9.5 31) broederen. Dat is, neven en bloedverwanten, Matth. 12:46, als daar waren Jakobus en Joses, Simon en Judas, zonen van Maria, Christus' moeders zuster; Matth. 13:55. Mt 12.46 13.55
Copyright information for
DutKant