Acts 13:9

12) (die ook Paulus

Tot nog toe is hij Saulus genaamd, en voortaan wordt hij, zo door Lukas, als door zichzelven in het opschrift zijner brieven Paulus genaamd. Degene nu, die bij de Hebre‰n en Syri‰rs Saulus genaamd was, die werd van de Romeinen en Grieken Paulus genaamd; zodat hij Saulus is genaamd geweest zolang hij onder de Joden, Syri‰rs en Arabieren verkeerd heeft, maar daarna, als hij door Gods bijzondere roeping voornamelijk tot de heidenen, dat is, tot de Romeinen en Grieken, is gezonden, heeft hij van dien tijd aan altijd den naam Paulus behouden, om bij hen te aangenamer te zijn, die hem door het huisgezin van Sergius Paulus, gelijk bij hen gewoonlijk, eerst schijnt te zijn gegeven.

Romans 1:1

1) een dienstknecht van Jezus Christus,

Waarom Paulus, die tevoren Saulus heet, den naam Paulus in al zijne zendbrieven heeft gehouden, daarvan zie de reden in de aantekening Hand. 13:9.

Ac 13.9

2) Een geroepen apostel,

Of, geroepen tot een apostel; welken titel hij zichzelven hier geeft, om terstond in het begin aan te wijzen dat de vermaningen, die hij in dezen brief den Romeinen doet, naar eis van zijne beroeping geschieden; zie Hand. 9:15; 2 Cor. 5:19,20.

Ac 9.15 2Co 5.19,20

3) afgezonderd

Namelijk van moeders lichaam aan in Gods voornemen, Gal. 1:15, en daarna inderdaad door het bevel des Heiligen Geestes, om het Evangelie onder de heidenen te verkondigen; Hand. 13:2.

Ga 1.15 Ac 13.2

4) tot het evangelie Gods,

Namelijk om hetzelve te prediken.

Copyright information for DutKant