Acts 16:6

13) Frygie, en

Een landschap in Klein-Azi‰, tussen Mysi‰, Galati‰ en Lycaoni‰.

14) Galatie doorgereisd

Een landschap in Klein-Azi‰, waarvan zie #Gal. 1:2.

Ga 1.2

15) van den Heiligen

Dat is, door een innerlijke aanspraak Gods door zijnen Geest.

16) verhinderd het

Namelijk voor dien tijd; want namaals heeft Paulus aldaar het woord des Evangelies omtrent twee jaren lang gepredikt; zie Hand. 19:10, alzo heeft de Heilige Geest den apostelen voorgeschreven, wat orde zij zouden houden in het reizen en het Woord te prediken, het ene volk voor en het andere na.

Ac 19.10

17) Azie te spreken.

Dit was het derde deel van de bewoonde en toen bekende wereld, waarvan Europa en Afrika de twee andere delen waren. Hoewel het hier schijnt genomen te worden voor Klein-Azi‰.

1 Corinthians 16:1

1) de verzameling

Namelijk der penningen, die vergaderd worden uit de gemeente.

2) die voor de heiligen

Dat is, voor de arme gelovigen te Jeruzalem zijnde, onder wie groot gebrek was, zo vanwege den duren tijd, van Agabus voorzegd, Hand. 11:28, alsook om de harde vervolging tegen deze gemeente, die daardoor genoodzaakt was bijstand te verzoeken bij de Griekse gemeenten, die toen bloeiden. Van deze inzameling, zie ook Rom. 15:25,26; 2 Cor. 8:1; Gal. 2:10.

Ac 11.28 Ro 15.25,26 2Co 8.1 Ga 2.10

3) aan de gemeente

Zie van deze gemeenten Gal. 1:2.

Ga 1.2

4) verordineerd heb,

Namens op welke wijze en tijd deze inzameling bekwamelijk kan aangesteld en gedaan worden.

5) doet ook gij alzo.

Dat is, volgt haar voorbeeld na, zo in het mildelijk geven, Rom. 12:13, als in het onderhouden van de orde in het inzamelen, die in 1 Cor. 16:2 beschreven wordt.

Ro 12.13 1Co 16.2

2 Timothy 4:10

41) heeft mij verlaten,

Dat is, van hier vertrokken, scheidende uit den dienst, dien hij hier met mij deed in het prediken. Zie Filem.:24.

42) wereld liefgekregen,

Grieks eeuw; dat is, het gemak dezes levens zoekende, om arbeid en gevaar te ontgaan, of om zijn tijdelijke zaken te verzorgen; waaruit dan niet volgt, dat hij ganselijk van het geloof zou afgevallen zijn.

43) Dalmatie.

Dit landschap is een deel van Illyricum, grenzende oostwaarts aan Macedoni‰, en west- en zuidwaarts aan de Adriatische zee.

1 Peter 1:1

1) een apostel van Jezus Christus,

De eigen naam van den apostel was Simon of Simeon, Joh. 21:2; 2 Petr. 1:1. Doch de naam van Petrus of in het Syrisch Cephas, Joh. 1:43; 1 Cor. 1:12, heeft hij van Christus ontvangen, toen Hij hem tot het apostelschap heeft geroepen, gelijk blijkt uit Mark. 3:16; Luk. 6:14; zie de reden hiervan in de aantekeningen Matth. 16:18.

Joh 21.2 2Pe 1.1 Joh 1.42 1Co 1.12 Mr 3.16 Lu 6.14 Mt 16.18

2) de vreemdelingen,

Grieks van de verstrooiing Sommigen verstaan hier door degenen die, omdat zij het geloof in Christus beleden, uit het Joodse land door de ongelovige Joden verdreven waren, gelijk Hand. 8:4, en Hand. 11:19 vermelden. Doch het schijnt niet, dat deze verdreven Christenen in zo korten tijd naar landen zo ver van Juda gelegen vertrokken zijn, maar dat die veeleer in de rondom Judea gelegen landen gebleven zijn. Daarom is het gevoelen dergenen gelofelijker, die hierdoor verstaan de Joden, die in die landen van Azi‰ lang tevoren verstrooid geweest waren, door de wegvoering der Assyri‰rs en door de vervolging onder Antiochius tevoren geschied, gelijk het Griekse woord parepidemois medebrengt; die wel vreemdelingen waren, maar onder dezelfde volken woonden, gelijk ook het Griekse woord diaspora; dat is, verstrooiing, zo gebruikt wordt Joh. 7:35, waaruit ook velen op den Pinksterdag te Jeruzalem gekomen zijnde, door de prediking van Petrus en andere apostelen bekeerd zijn, Hand. 2:10; die daarna te huis zijn gekeerd en het geloof hebben verbreid, hoewel niet zonder grote zwarigheid van de andere hardnekkige Joden; en dit gevoelen wordt ook bevestigd met den titel, dien Jakobus in zijn zendbrief deze Joden geeft, als hij hun noemt de verstrooiden uit de twaalf stammen, aan welke hij zijn zendbrief schrijft. Zie Jak. 1:1. Tot hun versterking heeft dan Petrus, gelijk ook Jakobus, zijn zendbrief geschreven.

Ac 8.4 11.19 Joh 7.35 Ac 2.10 Jas 1.1

3) in Pontus,

Deze waren alle provinci‰n in Azi‰ gelegen, waarin vele Joden tevoren hun woning hadden genomen, gelijk Hand. 2:9,10, en uit de reizen van Paulus ook ten dele te zien is.

Ac 2.9,10

4) Azie en Bithynie,

Dit was een deel van Azi‰, genoemd klein Azi‰, waarvan Efeze de hoofdstad was. Zie Hand. 2:9.

Ac 2.9
Copyright information for DutKant