Acts 17:11

24) edeler, dan

Namelijk van gemoed. Want dat is een recht edel gemoed, dat Zijn geloof niet op het zeggen van mensen, maar alleen op Gods Woord bouwt; Ef. 2:20. Vanwaar deze edelheid voortkomt, zie Matth. 13:23.

Eph 2.20 Mt 13.23

25) het woord

Namelijk Gods, het Evangelie dat hun gepredikt werd.

26) toegenegenheid,

Of, bereidheid des harten.

27) onderzoekende

Grieks met oordeel overleggende; of het een tegen het ander vergelijkende; namelijk de predikatie des apostels met de Heilige Schrift.

28) de Schriften,

Namelijk der profeten.

Romans 10:14

32) Hoe zullen zij dan [Hem] aanroepen,

In de rest van Rom. 10, verklaart de apostel het middel, waardoor het ware geloof in Christus wordt verkregen; namelijk door de predikatie des Evangelies, gepredikt van degenen, die daartoe wettelijk gezonden zijn, hoewel deze in allen hare behoorlijke vrucht niet heeft.

33) niet gehoord hebben?

Dat is, geen wetenschap hebben, daar zij door het gehoor van Gods Woord toe gebracht worden; dewijl de kennis noodzakelijk tot het geloof vereist wordt; Joh. 17:3.

Joh 17.3

34) die [hun] predikt?

Namelijk het Woord Gods. Het Griekse woord Keryssein betekent eigenlijk ene uitroeping, of publieke verkondiging doen, die door de stadsboden vanwege de overheid aan de burgers geschiedt, en wordt alhier, gelijk ook doorgaans in de Heilige Schrift, genomen voor de verkondiging des Evangelies, die door de apostelen en andere leraars van Christus' wege aan de mensen gedaan wordt. Zie Matth. 3:1, en Matth. 4:17,23; Mark. 1:4,7, en Mark. 16:15; 2 Cor. 5:19,20.

Mt 3.1 4.17,23 Mr 1.4,7 16.15 2Co 5.19,20

Ephesians 4:11

26) tot apostelen,

Van het onderscheid tussen apostelen en profeten, zie de aantekeningen 1 Cor. 12:28.

1Co 12.28

27) tot evangelisten,

Van dezer ambt, zie Hand. 21:8.

Ac 21.8

28) tot herders

Enige onderscheiden deze twee ambten alzo, dat de herders de gemeente niet alleen zouden leren en onderwijzen, maar ook door de kerkelijke tucht leiden en regeren, gelijk de herders de schapen doen, en dat de leraars alleen bezig zouden zijn om de Schrift te verklaren, en de waarheid der leer tegen de ketterijen en dwalingen te verdedigen. Doch alzo het woord sommigen hier tussen niet staat, gelijk in de voorgaande verscheidene beroepingen, zo nemen het anderen voor enerlei ambt; en dat deze twee namen hier bijeenstaan om aan te wijzen dat alle herders ook leraars moeten zijn, gelijk deze twee namen de een voor den ander in de Schrift dikmaals worden gesteld, en Paulus deze twee zaken bijeenvoegt in de beproeving der kerkedienaars, 1 Tim. 3, en Tit. 1.

Copyright information for DutKant