Acts 18:21

47) ganselijk het

Dat is, noodzakelijk in alle manieren.

48) feest te Jeruzalem

Op dit feest heeft Hij willen zijn, niet omdat Hij achtte dat de Joodse feestdagen nog moesten onderhouden zijn; want daartegen leert Hij, Gal. 4:10; Col. 2:16, maar omdat Hij op dat feest gelegenheid zou vinden om het Evangelie aan velen te prediken, die ter wille van het feest daar bijeen zouden zijn.

Ga 4.10 Col 2.16

49) voer weg van Efeze.

Grieks hij werd naar de hoogte; dat is naar de diepte, gedreven over zee.

1 Thessalonians 3:2

2) in

Dat is, in de prediking en verbreiding des Evangelies.

3) van uw

Of, aangaande uw geloof; of vanwege uw geloof. Anderen lezen, ons geloof.

Copyright information for DutKant