Acts 19:22

43) gezonden had

Namelijk om den weg voor Hem te bereiden, en de aalmoezen voor de armen te Jeruzalem te vergaderen; 1 Cor. 4:17.

1Co 4.17

44) die hem dienden,

Namelijk in den dienst des Woords; alzo hij alleen alles niet kon uitrichten.

Romans 16:23

49) Gajus,

Zie van hem Hand. 20:4; 1 Cor. 1:14.

Ac 20.4 1Co 1.14

50) huiswaard van mij

Dat is, die in zijn huis den apostel herbergde en andere gelovigen, die daar niet woonachtig waren. Zie Rom. 16:1.

Ro 16.1

51) de rentmeester

Of, bezorger, ontvanger. Zie Luk. 16:1.

Lu 16.1

52) der stad,

Dat is, van Corinthe, vanwaar de apostel dezen brief geschreven heeft.

Copyright information for DutKant