Acts 19:4

7) der bekering,

Dat is, bij welke Hij bekering predikte, en die de gedoopten tot bekering verplichtte. Waarmede, alsook met het volgende, Hij aanwijst dat de doop van Johannes in zichzelven, aangaande het wezen, dezelfde is met den doop der apostelen; als hebbende enerlei, teken en enerlei betekende zaak, en tot enerlei einde bediend. Doch het onderscheid is dat Johannes met zijne leer en doop aanwees Christus, die na hem kwam en alles nog zou volbrengen; en de apostelen, dat Christus gekomen zijnde, volkomen alles heeft uitgericht, nodig tot onze verlossing.

Romans 4:11

19) het teken der besnijdenis

Dat is, de besnijdenis tot een teken en zegel, dat is verzegeling en versterking, van dat hij door het geloof gerechtvaardigd was; in welke woorden de natuur en eigenschap van alle sacramenten kortelijk wordt aangewezen, gelijk ook Gen. 17:11; Exod. 12:13; Ezech. 20:12. Namelijk dat zij dienen om het geloof niet eerst te werken, maar te verzegelen en te versterken, en daarom niet blote tekenen, maar ook zegelen zijn.

Ge 17.11 Ex 12.13 Eze 20.12

20) een vader van allen,

Namelijk naar welks voorbeeld of voetstappen God wil dat zowel heidenen als Joden door het geloof gerechtvaardigd zouden worden.

Copyright information for DutKant