Acts 2:16-17

39) in de laatste

Zo worden genaamd de tijden van het rijk van Christus, naar Zijne toekomst; 1 Cor. 10:11; Hebr. 1:1, die alzo genaamd worden, omdat in dezelve gene verandering meer zal geschieden in den dienst van God, en na dezelve het einde der wereld zal volgen.

1Co 10.11 Heb 1.1

40) alle vlees;

Dat is, allerlei mensen, van wat staat, ouderdom, of geslacht zij zijn; Luk. 11:42; 1 Tim. 2:1,4.

Lu 11.42 1Ti 2.1,4

41) profeteren,

Dat is, God klaarlijk kennen, en anderen van hem onderrichten. Onder de manier van onderwijzing, die in het Oude Testament aan weinigen gebruikelijk was, Num. 12:6, wordt beschreven de overvloedige onderwijzing en kennis, die in het Nieuwe Testament zou wezen tot het einde der wereld.

Nu 12.6

Acts 17:30-31

64) onwetendheid

Namelijk als zij den waren God niet kenden.

65) overzien hebbende,

Namelijk als met oogluiking.

66) den aardbodem

Dat is, alle mensen, die op den aardbodem geleefd hebben, en nog zullen leven.

67) rechtvaardiglijk

Grieks in gerechtigheid.

68) een Man,

Namelijk Jezus Christus.

69) verzekering

Grieks geloof.

Copyright information for DutKant