Acts 3:17

28) onwetendheid

Dit zegt hij om hen te troosten met de hoop van vergeving, alzo zij niet tegen de Heiligen Geest gezondigd hadden. Zie Luk. 23:34; Joh. 16:3; 1 Cor. 2:8; 1 Tim. 1:13.

Lu 23.34 Joh 16.3 1Co 2.8 1Ti 1.13

29) oversten.

Dit moet verstaan worden van sommigen derzelven, van welken de apostel spreekt 1 Cor. 2:8; want van sommigen getuigt Christus dat zij tegen den Heiligen Geest gezondigd hebben; Matth. 12:30,31,32.

1Co 2.8 Mt 12.30,31,32

2 Thessalonians 1:8

13) Met

Gr. in het vuur der vlammen wraak gevende; een Hebr. wijze van srpeken. gelijk tevoren engelen Zijner kracht. zie een nadere beschrijving daarvan Ps. 50:2, enz.

Ps 50.2

14) niet kennen

Namelijk gelijk het behoort, en daarom ook niet liefhebben, noch op Hem vertrouwen.

15) niet gehoorzaam

Dat is, niet geloven, en daarnaar hun leven niet aanstellen.

1 Timothy 1:15-16

37) een getrouw woord,

Dat is, een zeker en waarachtig woord.

38) de voornaamste ben.

Gr. eerste; dat is, van de meeste, ten aanzien namelijk van mijne voorgaande lastering en vervolging. Zie ook 1 Cor. 15:9.

1Co 15.9
39) barmhartigheid geschied,

Of, God heeft zich mijner ontfermd, gelijk 1 Tim. 1:13.

1Ti 1.13

40) al [Zijn] lankmoedigheid

Namelijk die God in het Evangelie beloofd heeft te gebruiken, opdat Hij den zondaar tot bekering brenge.

41) tot een voorbeeld

Of, voorbeeld; namelijk dat niemand, hoe groot zondaar hij ook zij, behoeft te mistrouwen de genade Gods, zo hij maar tot Christus door het geloof zijne toevlucht neemt.

Copyright information for DutKant